Wat is jouw kijk op de concertzaal van de toekomst?

— Texte français ci-dessous —

Sinds één jaar is be•at actief betrokken bij de onderzoeksgroep van de hogescholen PXL en Howest rond virtuele muziekbeleving. Be•at’s Chief Technology Innovation Officer Stefan Esselens en marketing director Birgit Ketele houden er de vinger aan de pols van wat in de concertzaal van de toekomst mogelijk wordt. Zij doen meteen ook een warme oproep naar promotoren en producenten om mee te bouwen aan die toekomst.

Wat is het uitgangspunt van het onderzoek ‘Virtual Music Experience’?
Birgit: “Howest Digital Arts & Entertainment en PXL Music verdienen beiden hun strepen in hun respectievelijke opleidingsdomeinen. Zo won Howest in de afgelopen jaren er al verschillende prijzen mee. Beide hogescholen namen het initiatief om in het kader van het project ‘Virtual Music Experience’ te onderzoeken of bestaande gaming technologieën ook binnen de live entertainmentindustrie kunnen toegepast worden.”

“Het onderzoek wordt gesteund door de overheid, maar ook vanuit de privésector met het doel de vinger aan de pols te houden. Van onze kant zorgen we voor input over wat interessant en relevant kan zijn om te onderzoeken en te toetsen aan de economische realiteit. Deze projectmethode is niet nieuw voor ons land, maar het onderzoek naar wat virtuele muziekbeleving voor de live sector kan betekenen is dat wel.”

Wat is hierin het belang van de overheid?
Stefan: “Het is de overheid er voornamelijk om te doen getalenteerde game developers in België te kunnen houden met een breder toekomstperspectief dan alleen maar de game-industrie. In kwaliteit – denk aan Baldur Gate – zijn we top, maar ons land is te klein voor een grote game-industrie. De overheid wil hen uiteraard graag hier houden. Daarom deze projecten om het toepassingsgebied van gametechnologieën te verbreden. En entertainment is daar zeker een van. Dat is dus ook de achtergrond van dit project, om te onderzoeken of virtuele muziekbeleving levensvatbaar is.”

Birgit: “Dit is een onderzoek om in kaart te brengen welke toepassingsgebieden er zouden kunnen zijn. Howest en PXL zijn in dit geval vragende partij. Zij vragen om aan te geven op welke manier hun technologieën kunnen toegepast worden binnen onze sector. Zonder de belofte om use cases ook waar te maken. Dat is niet het doel van dit onderzoeksproject. We zagen intussen al een paar interessante experimenten aan bod komen waaronder het realiseren van een digital twin van een concert of theaterzaal. Zodat producties vooraf goedkoper, makkelijker en beter digitaal kunnen worden afgestemd op de zaal.”

Is het dan vooral een theoretische benadering?
Birgit: “Het is een combinatie van theorie en praktijk. Zij reiken aan wat vandaag bestaat en dan is het aan de business – de entertainment sector zelf dus – om toepassingsgebieden te bepalen en te kijken naar hoe dit bruikbaar en schaalbaar is.”

Stefan: “En daar ligt de uitdaging van dit onderzoek. Hoe maak je de vertaalslag van onderzoek en innovatie naar commerciële haalbaarheid? De focus ligt puur op de technologie en niet op de commerciële haalbaarheid.”

Birgit: “Maar er zijn wel plannen om in de Rupelstreek een ‘Flanders Entertainment Valley’ uit te bouwen en daar kunnen deze onderzoeken de motor van zijn.”

Heeft het project nog andere doelen voor ogen?
Birgit: “Een andere doelstelling van het onderzoek is om de beschikbare technologieën breder toegankelijk te maken: van de profit en non-for profit, van grotere maar ook kleinere organisaties, kunstenaars en artiesten. Het project wil ook kennis toegankelijker maken en delen.”

Stefan: “Je ziet ook dat bepaalde bedrijven – zoals Sennheiser – zich dicht bij deze projecten bewegen om met hun specifieke technologie een toegevoegde waarde te creëren. Zij zetten ook zelf heel hard in op nieuwe technologieën en willen weten welke partijen interessant zijn om mee in zee te gaan.”

Wat willen we zelf uit het project halen?
Birgit: “Het gaat ons in de eerste plaats om een verbeterde beleving voor onze bezoekers. En dat zal waarschijnlijk bepaalde investeringen vereisen.”

Maar wellicht ook inspanningen van de hele live entertainmentsector?
Birgit: “Voor het verhogen van de beleving zijn we inderdaad niet alleen afhankelijk van nieuwe technologieën, maar ook van degene die verantwoordelijk is voor de productie, de show. En vanuit die hoek wordt binnen het project ook meer input gevraagd. Welke promotoren zijn daar nu al mee bezig? Wat zijn hun plannen en verwachtingen? Willen zij voorop lopen in nieuwe ontwikkelingen of wachten ze liever af? Ik denk dat het interessant is dat wij als zaaluitbater ook degenen die de show programmeren betrekken. En dan vooral ook hun artiesten.”

Stefan: “Zo hebben de studenten die deelnemen aan dit project al een mixed reality toolkit gebouwd waarin je fysieke instrumenten kan mixen met virtuele instrumenten, die dan ook nog een keer op hun beurt een visueel effect kunnen genereren. Daar moet de zaal specifiek voor worden uitgerust. Is dat een toekomst waar we naartoe gaan? Het is voor ons belangrijk om dat te weten.”

Gaat het om een verre toekomst of ligt die eigenlijk al op de plank?
Birgit: “We willen in eerste instantie kijken naar hoe augmented of virtual reality een add-on kan zijn in de beleving in onze zalen. Dat is de reden waarom we deelnemen aan projecten zoals deze van Howest en PXL. We’re getting access to the knowledge, dankzij onze deelname. Die kennis en inzichten zullen we vervolgens delen met de promotoren die daarin geïnteresseerd zijn. Daarom doen we een warme oproep naar promotoren. Laat ons weten of er interesse is, want we hebben nu toegang tot een netwerk van mensen die de toekomst van het live entertainment voor een stuk mee kunnen bepalen. Voor ons is alvast de belangrijkste vraag wat de concertzaal van de toekomst wordt.”

Stefan: “Hoe gaan we bij een collectieve ervaring – die een concertbezoek is – de toevoeging van een immersive experience faciliteren? Hoe zorgen we ervoor dat nieuwe technologieën de unieke live-ervaring niet breken zoals je dat vaak nog ziet bij virtual reality? Een hele concertzaal met een hoofdtelefoon en een bril op is misschien toch niet de beste aanpak. (Lacht) Hoe zorg je ervoor dat het toch een collectieve ervaring blijft. Want dat is belangrijk. Hoe kan je die relatief individualistische spitstechnologie naar live entertainment vertalen?”

Wil je meer weten over dit onderzoek? Neem dan contact op met Birgit Ketele of Stefan Esselens.

——–

Que pensez-vous de la salle de concert du futur ?

Cela fait maintenant une année que be-at participe activement au groupe de recherche sur l’expérience musicale virtuelle des écoles supérieures PXL (Campus Hasselt) et Howest (Campus Kortrijk). Stefan Esselens, Chief Technology Innovation Officer, et Birgit Ketele, Marketing Director, de be-at, sont à l’affût des innovations qui pourront être implémentées dans la salle de concert du futur.Ils lancent également un appel chaleureux aux promoteurs et aux producteurs pour qu’ils contribuent à la construction de cet avenir.

Quel est le point de départ de la recherche sur l’expérience musicale virtuelle ?
Birgit : “Howest Digital Arts & Entertainment et PXL Music gagnent tous deux leurs galons dans leurs domaines d’enseignement respectifs. Howest, par exemple, a déjà remporté plusieurs prix ces dernières années.Les deux établissements ont pris l’initiative, dans le cadre du projet “Virtual Music Experience”, d’étudier si les technologies existantes dans les jeux vidéo pouvaient également être appliquées au secteur du spectacle vivant.”

“La recherche est soutenue par le gouvernement, mais aussi par le secteur privé, dans le but de prendre le pouls de la situation. De notre côté, nous fournissons des informations sur ce qui pourrait être intéressant et pertinent à étudier et nous les confrontons à la réalité économique. Cette méthode de projet n’est pas nouvelle dans notre pays, mais la recherche sur ce que l’expérience de la musique virtuelle peut signifier l’est.”

Quel est l’intérêt du gouvernement dans ce domaine ?
Stefan : “La principale préoccupation du gouvernement est de pouvoir garder en Belgique de talentueux développeurs de jeux vidéo avec une perspective d’avenir plus large que le seul secteur vidéoludique. En termes de qualité – pensez à Baldur’s Gate 3 – nous sommes au top, mais notre pays est trop petit pour la grande industrie du jeu. Le gouvernement tient évidemment à ce qu’ils restent ici, d’où ces projets visant à élargir le champ d’application de ces technologies. Le divertissement est certainement l’un d’entre eux et c’est dans ce contexte que s’inscrit ce projet, qui vise à déterminer si l’expérience de la musique virtuelle est viable.

Birgit : “Il s’agit d’une étude visant à identifier les domaines d’application possibles. Howest et PXL posent la question dans ce cas. Ils demandent d’indiquer comment leurs technologies pourraient être appliquées dans notre secteur, sans pour autant promettre de concrétiser les cas d’utilisation; Ce n’est en effet pas l’objectif de ce projet de recherche. Entre-temps, nous avons déjà vu quelques expériences intéressantes, dont la réalisation d’un jumeau numérique d’une salle de concert ou de théâtre. Ainsi, les productions peuvent être moins chères et, en amont, plus facilement adaptables numériquement à la salle.

S’agit-il donc principalement d’une approche théorique ?
Birgit : “C’est une combinaison de théorie et de pratique. Ils s’intéressent à ce qui existe aujourd’hui et c’est ensuite aux entreprises – c’est-à-dire au secteur du divertissement lui-même – de définir les domaines d’application et d’examiner la manière dont ces technologies peuvent être utilisées et adaptées.

Stefan : “Et c’est là que réside le défi de cette recherche : comment traduire la recherche et l’innovation en faisabilité commerciale ? L’accent est mis sur la technologie et non sur la faisabilité commerciale.

Birgit : “Mais il existe des projets de construction d’une “Flanders Entertainment Valley” dans la région de Rupel, et ces études peuvent être le moteur de ce projet.”

Le projet a-t-il d’autres objectifs ?
Birgit : “Un autre objectif de la recherche est de rendre les technologies disponibles plus largement accessibles, que ce soit aux organisations à but lucratif et non lucratif, aux grandes et petites organisations, ou encore aux artistes et interprètes. Le projet vise également à rendre les connaissances plus accessibles et à les partager. “

Stefan : “On voit aussi certaines entreprises, comme Sennheiser, se rapprocher de ces projets pour créer une valeur ajoutée avec leur technologie spécifique. Elles misent aussi beaucoup sur les nouvelles technologies et veulent savoir avec quelles parties il est intéressant de s’associer.”

Que voulons-nous retirer du projet ?
Birgit : “Pour nous, il s’agit avant tout d’améliorer l’expérience de nos visiteurs. Et bien sûr, cela va nécessiter certains investissements.”

Mais peut-être aussi des efforts de la part de l’ensemble du secteur du spectacle vivant ?
Birgit : “En effet, pour améliorer l’expérience, nous ne dépendons pas seulement des nouvelles technologies, mais aussi de la personne responsable de la production du spectacle. C’est également de ce côté-là que l’on demande une plus grande contribution au projet. Quels sont les promoteurs qui travaillent déjà sur ce sujet ? Quels sont leurs projets et leurs attentes ? Veulent-ils être à l’avant-garde des nouveaux développements ou préfèrent-ils attendre et voir ? Je pense qu’il est intéressant – en tant qu’exploitants de lieux – que nous impliquions également ceux qui programment les spectacles. Et surtout leurs artistes.”

Stefan : “Par exemple, les étudiants qui participent à ce projet ont déjà construit une boîte à outils de réalité mixte dans laquelle vous pouvez mélanger des instruments physiques avec des instruments virtuels, qui peuvent à leur tour générer un effet visuel. La salle doit être spécialement équipée pour cela. Est-ce un avenir vers lequel nous nous dirigeons ? Il est important que nous le sachions”.

S’agit-il d’un futur lointain ou d’une réalité déjà présente sur les étagères ?
Birgit : “Nous voulons d’abord voir comment la réalité augmentée ou virtuelle peut être un complément à l’expérience dans nos salles. C’est pourquoi nous participons à des projets tels que celui de Howest et PXL. Grâce à notre participation, nous avons accès aux connaissances. Nous partagerons ensuite ces connaissances et ces idées avec les promoteurs intéressés. C’est pourquoi nous lançons un appel chaleureux aux promoteurs. Qu’ils nous fassent savoir s’ils sont intéressés, car nous avons maintenant accès à un réseau de personnes qui peuvent contribuer à déterminer l’avenir du spectacle vivant. Pour nous, en tout cas, la question la plus importante est de savoir quelle sera la salle de concert du futur.

Stefan : “Dans le cas d’une expérience collective – c’est-à-dire l’assistance à un concert – comment allons-nous faciliter l’ajout d’une expérience immersive ? Comment s’assurer que les nouvelles technologies ne brisent pas l’expérience unique du concert, comme on le voit encore souvent avec la réalité virtuelle ? Une salle de concert entière avec des écouteurs et des lunettes n’est peut-être pas la meilleure approche après tout. (Rires) Comment s’assurer que l’expérience reste collective ? C’est important. Comment traduire cette technologie de pointe relativement individualiste en spectacle vivant ?”

Vous souhaitez en savoir plus sur cette recherche ? Contactez Birgit Ketele ou Stefan Esselens.

Meer nieuws

be•at faciliteert elk jaar meer dan 600 concerten, shows en voorstellingen in haar 5 arena’s en 3 theaters in België. Je kan het zo gek niet bedenken of het past in onze zalen: productpresentatie, congressen, persconferenties, bedrijfsfeesten, teambuildings, vakbeurzen, publieksbeurzen, concerten en party’s. Dankzij onze onbeperkte mogelijkheden kunnen we vlot alle mogelijke events faciliteren in Antwerpen, Brussel, Gent of Hasselt.

© Alle rechten voorbehouden – be•at, Schijnpoortweg 119, 2170 Merksem (Antwerpen)